Het Nieuwe Kantoor wordt een ontmoetingsplek

De Coronapandemie is een verplicht en massaal experiment in het Nieuwe Werken. Welke lessen kunnen we nu al trekken?

Het Nieuwe Werken sluimerde al een hele tijd vóór Corona. Maar onderzoekers en denkers moesten vooral speculeren. Het echte onderzoeksmateriaal bleef beperkt tot een experiment hier en daar. Het massaal experiment waar we nu al meer dan een jaar verplicht aan deelnemen, levert een vracht aan nieuwe inzichten. Maar ook twijfels en nuances.

De meeste onderzoekers en denkers over het Nieuwe Werken, organisatie en de inrichting van werkplekken zijn het erover eens: werken wordt nooit meer helemaal als tevoren. Praktijkmensen treden hen bij. De gevolgen zullen op veel vlakken voelbaar en ingrijpend zijn.

Een recent Amerikaans onderzoek schat dat na de pandemie 20 procent van de werkdagen van thuis uit zal “geleverd” worden, tegenover 5 procent ervoor. Volgens de onderzoekers zullen onder meer de relatief goede ervaringen met thuiswerk en de technologische en organisatorische innovaties die thuiswerk vergemakkelijkten tijdens de pandemie die grote verschuiving mee in de hand werken.

Minder pendelverkeer

Diezelfde onderzoekers wijzen ook op enkele ingrijpende economische gevolgen. Bestedingen in stadscentra zullen 5 tot 10 procent lager liggen dan vóór de pandemie. Ze schatten dat de optimalisering van werkomstandigheden kan leiden tot een productiviteitsstijging met 5 procent. Het grootste deel van die productiviteitsstijging zal echter niet zichtbaar zijn in de klassieke statistieken, omdat die de tijdsbesparing door minder pendelverkeer niet meten.

De Bond Beter Leefmilieu verwijst naar een studie van de FOD Mobiliteit, die stelt dat een verdubbeling van het aantal telewerkers in België 25 miljoen kilometers woon-werkverkeer zou vermijden, of 1.2 miljoen liter brandstof.

Over de mogelijke productiviteitsstijging is het laatste woord nog niet gezegd.

De mogelijke productiviteitsstijging is een belangrijk element in de discussies over het Nieuwe Werken. Maar daarover is het laatste woord nog niet gezegd. Een grootschalige studie naar het effect van thuiswerken tijdens de pandemie in een Aziatisch IT-bedrijf met meer dan 10,000 werknemers kwam tot volgende bevindingen, die voor veel mensen herkenbaar zullen zijn:

  • De gewerkte uren stegen met 30 procent; er werd 18 procent meer gewerkt na de normale werkuren.
  • Maar: de output van de IT-werknemers veranderde nauwelijks. Dat resulteerde in een productiviteitsdaling met 20 procent
  • Werknemers met kinderen zagen hun werkuren nog meer stijgen en hun productiviteit nog meer dalen
  • Een deel van de verklaring voor de lagere productiviteit: de kosten en tijd besteed aan coördinatie en communicatie namen gevoelig toe, waardoor de tijd die werknemers besteedden aan ononderbroken werk afnam

De Vlaamse onderzoeker Joni Delanoeije ging in haar doctoraatsthesis  (artikel De Morgen), die ze net voor Corona afrondde, op zoek naar de dynamieken die invloed kunnen hebben op de productiviteit en het welzijn van thuiswerkers.

Ze stelt dat de impact op productiviteit veel te maken heeft met individuele voorkeuren van werknemers.

Thuiswerkers blijken nogal te verschillen op het vlak van voorkeuren voor zogenaamde “rolwissels” tussen werk en privé.

Joni Delanoeije

Rolwissels

“Het is belangrijk dat de werkgever de thuiswerker autonomie geeft om op thuiswerkdagen zowel het werk als de thuisactiviteiten te onderbreken naar eigen inzicht en voorkeur,” stelt Delanoeije. “Rolwissels verbieden of ontmoedigen, bijvoorbeeld via een gedragscode of via elektronisch toezicht, kan werk-privéconflicten net versterken.”

De meeste thuiswerkers hebben ook een leercurve nodig om zich in het thuiswerken goed te voelen en goed te presteren. “Maar ook de omschakeling van een frequent thuiswerkregime naar voltijds kantoorwerk zal aanpassing van werknemers vereisen.”

Delanoeije benadrukt dat er geen consensus is over positieve, of negatieve, effecten op de productiviteit.

Ook de omschakeling van een frequent thuiswerkregime naar voltijds kantoorwerk zal aanpassing van werknemers vereisen

“Bestaand onderzoek lijkt te wijzen op een positief verband tussen thuiswerk en werknemerswelzijn en -prestatie, en op een ideaal aantal thuiswerkdagen van 2,5 dagen per week. Maar mijn onderzoek toonde dus aan dat dit hard afhangt van persoonlijke voorkeuren en situaties, van de omkadering door de werkgever en van de autonomie die de thuiswerker krijgt.”

Ook de Nederlandse psycholoog en organisatieadviseur Ulrika Leons nuanceert de positieve gevolgen op de productiviteit. “Van alleen thuiswerken worden we gewoon niet blij,” zegt ze.

“Digitaal werken en leven heeft invloed op je breinherstel en als je daar niet aan toekomt – ongeacht waar je werkt – vergroot dat de kans op een burn-out. Wij wilden zo snel mogelijk weg uit de kantoortuin, maar inmiddels zitten velen van ons zich thuis te vervelen door te weinig prikkels en dynamiek. Dan ligt de bore-out weer op de loer.”

“Ik ga kantoren”

Een trend die al vóór Corona bezig was, en waarover wel consensus lijkt te bestaan onder Nieuwe Werken-watchers, is de evolutie naar tijds- en plaatsonafhankelijk werken.

“In het ‘Nieuwe Werken’ staat de mens centraal, is het accent verlegd naar resultaatgericht werken en wordt de mogelijkheid geboden om plaats- en tijdsonafhankelijk te werken,” stelt het Inspiratieboek kantoordelen: cohousing op de werkvloer van de Bond Beter Leefmilieu (BBL). Veel wijst erop dat die trend een blijver is, die zich ook versterkt zal doorzetten na Corona.

“Het vaste kantoor met vaste kantooruren verdampt.”

Het Inspiratieboek, gepubliceerd in september 2020, is een samenwerking tussen de BBL, de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning. Het is een grondige studie van de staat, de trends, de kansen en de drempels van het kantoordelen in Vlaanderen.

Het uitgangspunt van de studie was dat kantoordelen, co-housing op de werkvloer, niet alleen het logisch verlengde is van het Nieuwe Werken, maar ook belangrijke ruimte-, energie- en andere kostenbesparingen kan opleveren.

Corona, en de te verwachte evolutie naar meer thuiswerk, zullen wellicht zorgen voor een grotere leegstand op de kantorenmarkt. Maar “we kunnen van dat probleem een opportuniteit maken en bekijken hoe we al die onbenutte ruimte op de werkvloer kunnen delen, als hybride flexwerkplekken,” stelt het rapport, dat ook een aantal praktische aanbevelingen voor kantoordelen aanreikt.

Als klant hebben we in bankieren een vergelijkbare evolutie doorgemaakt naar plaats- en tijdsonafhankelijk werken. Een bank is niet meer een plaats waar je naartoe gaat, maar iets dat je doet.

Wordt het dan binnenkort “ik ga kantoren”, in plaats van “ik ga naar het kantoor”?

Het kantoor wordt hoe langer hoe meer een ontmoetingsplek, een ruimte voor interactie die de communicatie bevordert en projectmatig werken toelaat.

De fysieke plek blijft dan wel, maar verandert van functie. Stelt het rapport van BBL: “Het kantoor wordt hoe langer hoe meer een ontmoetingsplek, een ruimte voor interactie die de communicatie bevordert en projectmatig werken toelaat. Zo wordt de klassieke werkvloer steeds meer ingericht op maat van de verschillende activiteiten die moeten uitgevoerd worden. Dat wordt ook wel ‘activity-based werken’ genoemd.”

BBL wijst erop dat bedrijvencentra in Vlaanderen voorlopers waren in deze evolutie. “De oudste vorm van ruimte delen op de business markt is ongetwijfeld het bedrijvencentrum.”

“Een interessante nieuwe evolutie is dat bedrijvencentra zich meer richten op het delen van ruimte en diensten met externen. Om het personeel, apparatuur en infrastructuur van de bedrijvencentra optimaal te benutten en een hoger rendement met meer kostendeling te verkrijgen, worden meer en meer diensten verstrekt aan niet-residenten. Het gaat dan onder meer over het externe verhuur van vergaderzalen of externe administratieve dienstverlening.”

Bedrijvencentrum 2.0

Een studie van de POM Oost-Vlaanderen, die op zoek ging naar het Bedrijvencentrum 2.0, zette ook al ruimte delen met de buurt op de agenda van bedrijvencentra.

Piet Lietaer

“Het lijkt er sterk op dat we het belang van deze sporadische en toevallige ontmoetingen hebben onderschat.”

Directeur Piet Lietaer van De Punt beaamt:
“Tijdens deze laatste maanden heb ik regelmatig gesprekken gevoerd met onze bewoners, wanneer ze sporadisch langs kwamen om hun hart te luchten.”

“Daar kregen we regelmatig te horen dat ze -zodra mogelijk- willen terugkomen naar De Punt. Zij missen voornamelijk het contact, niet enkel met de collega’s maar ook met de andere bewoners. Het lijkt er sterk op dat we het belang van deze sporadische en toevallige ontmoetingen hebben onderschat.”

“We hebben te snel gedacht dat het telewerk en de virtuele vergadering dé oplossingen waren. Nu weten we beter. Het helpt, maar het vult slechts een deel in. Je maakt wel contact maar het is niet van hetzelfde niveau. Een fysieke ontmoeting is zoveel meer dan het uitwisselen van informatie.”

“Dit heeft ons gemotiveerd om nog meer in te zetten op het gedeelde gebruik van onze ruimte en infrastructuur. We hebben sinds een tweetal jaren ongeveer 250m² ter beschikking gesteld aan ‘kantoordelen’ Dat is ruimte die we laten delen door diverse gebruikers. Zij benutten de oppervlakte op maximale wijze en delen de algemene kost van de ruimte. Het is een win-win.”

e-flexwerkers en vaste-werkplekkers

“Het gedeelde gebruik van onze kantoren verschilt echter wel per type gebruiker. Een aantal organisaties huren gezamenlijk een kantoor en richten zelf in na onderlinge afspraken. Andere co-workers hebben genoeg aan een tafel (en koffie) waarop ze aan de slag kunnen met laptop en muis. Dat zijn de e-flexwerkers.”

“Nog anderen hebben nood aan een vaste werkpost met een volwaardig bureau, een eigen scherm, een ergonomische stoel en een dossierkast. Datzijn de vaste-werkplekkers. Voor deze laatste doelgroep broeden we op een concept waarbij we een vijftiental vaste werkplaatsen willen creëren in een gedeelde ruimte.”

“Het voordeel voor De Punt is dat we op die manier meer gebruikers kunnen laten genieten van onze schaarse oppervlakte. Dat zorgt op organische wijze voor meer interactie en het creëert een dynamiek die zeer waardevol is. Zo blijkt ook uit onze gesprekken.”

Op zoek naar een e-flexplek of een (gedeelde) vaste werkplek?

Bekijk het aanbod van De Punt en contacteer ons op 09 272 79 00 of via bedrijvencentrum@depunt.be

gepubliceerd op 21 juni 2021
< terug naar nieuwsoverzicht